De wereld keek eind februari 2025 met afgrijzen – of beter gezegd, met een opvallende stilte – toe hoe Thailand 48 Oeigoerse Turken uitleverde aan China. Deze groep, die wanhopig hoopte op veiligheid en een toekomst buiten de greep van Beijing, werd overgedragen aan een regime dat al jaren wordt beschuldigd van grove mensenrechtenschendingen. Terwijl de internationale gemeenschap worstelt met geopolitieke belangen en economische afhankelijkheid van China, werpt deze gebeurtenis een scherpe schaduw over de vraag: waarom blijft de wereld zo passief terwijl de Oeigoerse crisis voortduurt?
#### Een nieuwe klap voor de Oeigoeren
Het nieuws brak op 26 februari 2025, toen een Thaise parlementslid, Kannavee Suebsang, bevestigde dat tientallen Oeigoeren waren gedeporteerd naar China. Berichten op X, afkomstig van Oeigoerse activisten en organisaties zoals @Uyghur_Report en @U_Hareketi, spraken van 40 tot 48 personen – een precieze telling ontbreekt, wat de chaos van de situatie onderstreept. Deze Oeigoeren waren vluchtelingen, jarenlang vastgehouden in Thaise detentiecentra, wachtend op een kans om asiel te krijgen in een land als Turkije, dat historisch een toevluchtsoord is voor deze Turkstalige moslims. Hun enige “misdaad”? Het ontvluchten van Xinjiang, waar China een netwerk van detentiekampen onderhoudt, gedwongen arbeid oplegt en culturele identiteit probeert uit te wissen.
De uitlevering kwam ondanks protesten van mensenrechtenorganisaties en diplomatieke druk van de Verenigde Staten, meldde de Wall Street Journal via een X-post van @ww3mediaa. Toch ging Thailand door, een beslissing die activisten als een doodvonnis bestempelden. “Ze worden teruggestuurd naar marteling, willekeurige gevangenisstraffen, of erger,” schreef @Uyghur_Report in een dringende oproep aan de Turkse regering en internationale instanties zoals Human Rights Watch. Voor de Oeigoerse diaspora, met name in Turkije, was dit een pijnlijke herinnering aan hun kwetsbaarheid – zelfs buiten China’s grenzen zijn ze niet veilig.
#### De bredere crisis in Xinjiang
Om te begrijpen waarom deze uitlevering zo’n klap is, moeten we terug naar Xinjiang, de autonome regio in Noordwest-China die Beijing sinds 1949 onder controle houdt. Hier wonen naar schatting 11 tot 15 miljoen Oeigoeren – officiële cijfers zijn onbetrouwbaar, en Oeigoerse bronnen claimen dat het er meer zijn. Sinds 2017 heeft China een campagne gelanceerd die door velen als genocide wordt bestempeld: meer dan een miljoen Oeigoeren zijn vastgehouden in “heropvoedingskampen,” waar ze worden onderworpen aan ideologische indoctrinatie, gedwongen arbeid en fysieke mishandeling. Satellietbeelden tonen de vernietiging van moskeeën, terwijl rapporten melding maken van gedwongen sterilisaties en een geboortecijfer dat in delen van Xinjiang zes keer sneller daalt dan elders in China.
Doçent Dr. Alimcan Buğda, een Oeigoerse academicus, vatte de situatie treffend samen in een interview dat op 24 februari 2025 werd gedeeld door @UygurHaber: “China heeft de ruggengraat van ons volk gebroken door waardevolle mensen in kampen te vernietigen. Een kind een islamitische naam geven, een bruiloft bijwonen, of vragen of voedsel halal is, is genoeg om als misdaad te worden gezien.” Dit zijn geen geïsoleerde incidenten, maar onderdeel van een systematisch beleid om de Oeigoerse identiteit – hun taal, religie en cultuur – te verpletteren.
#### Thailand’s rol: een geopolitieke schaakzet?
Waarom zou Thailand, een land dat zich vaak presenteert als een gastvrije Zuidoost-Aziatische natie, deze stap zetten? Het antwoord ligt in de complexe verwevenheid van economie en diplomatie. China’s invloed in de regio groeit gestaag, mede dankzij investeringen via het Belt and Road Initiative. Thailand, dat al jaren Oeigoerse vluchtelingen huisvestte, stond onder druk om “terrorisme” aan te pakken – een label dat Beijing handig gebruikt om elke vorm van Oeigoers verzet te criminaliseren. Door deze groep uit te leveren, lijkt Thailand een signaal af te geven: economische banden met China wegen zwaarder dan humanitaire principes.
Oeigoerse activisten in Istanbul organiseerden op 27 februari een demonstratie voor de Thaise ereconsulaat, zoals @Uyghur_Report meldde. Hun woede was voelbaar: “Thailand heeft zijn beloften van humanitaire diplomatie verraden.” Maar de realiteit is dat Thailand niet alleen staat. Landen wereldwijd, van islamitische staten tot westerse democratieën, aarzelen om China frontaal te confronteren. De reden? Economische afhankelijkheid. China is ’s werelds fabriek, een handelspartner die te groot is om te negeren. Nederland, met zijn Rotterdamse haven en hightechsector, is hier geen uitzondering op.
#### De internationale stilte
De uitlevering door Thailand is slechts het topje van de ijsberg. In de afgelopen weken zijn er geen grote nieuwe onthullingen geweest over de kampen in Xinjiang zelf – de situatie is zo grimmig dat “geen nieuws” bijna erger is dan slecht nieuws. Maar de passiviteit van de internationale gemeenschap blijft opvallend. Turkije, dat cultureel en taalkundig verbonden is met de Oeigoeren, uitte verontwaardiging via berichten op X van @U_Hareketi: “Onze geloofs- en bloedbroeders worden alleen gelaten.” Toch blijft concrete actie uit, mogelijk omdat Ankara’s eigen economische crisis en afhankelijkheid van Chinese investeringen een hardere houding in de weg staan.
De Verenigde Naties, vaak een podium voor mensenrechtenkwesties, zwijgen grotendeels. Een VN-rapport uit 2022 bevestigde de misstanden in Xinjiang, maar follow-up is minimaal. Westerse landen zoals de VS hebben sancties opgelegd, maar deze lijken eerder symbolisch dan effectief. Ondertussen blijft China ontkennen, beweren dat het enkel “extremisme bestrijdt” en dat de kampen “opleidingscentra” zijn. Bewijs – van getuigenissen tot gelekte documenten – spreekt dit tegen, maar Beijing’s economische macht houdt kritiek in bedwang.
#### Wat betekent dit voor Nederland?
Voor Nederland lijkt de Oeigoerse crisis ver weg, maar de connecties zijn dichterbij dan we denken. Bedrijven als ASML, een wereldleider in chiptechnologie, opereren in een mondiale keten waar China een cruciale rol speelt. Onze havens verwerken goederen die mogelijk met Oeigoerse dwangarbeid zijn gemaakt – denk aan katoen of zonnepanelen, waar Xinjiang een grote speler in is. Toch blijft de Nederlandse regering voorzichtig. Kamerdebatten over sancties of boycots stranden vaak op pragmatisme: “We kunnen China niet zomaar buitenspel zetten.”
De Thaise uitlevering roept een bredere vraag op: hoe lang kan Nederland, en Europa, wegkijken? De stilte is niet neutraal – het is medeplichtigheid door inaction. Terwijl activisten oproepen tot boycots en bewustwording, blijft de consument vaak onwetend. Wie controleert of zijn kleding of elektronica vrij is van Oeigoerse dwangarbeid? De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij regeringen, maar ook bij ons.
#### Een roep om actie
De Oeigoerse diaspora, vooral in Turkije, voelt zich verraden. “Ze wilden naar Turkije komen, niet naar de dood,” schreef @U_Hareketi op 28 februari. De 48 uitgeleverden zijn nu waarschijnlijk in Chinese handen, hun lot onzeker maar somber. Voor degenen die achterblijven, groeit de wanhoop. Toch is er een sprankje hoop: sociale media, zoals X, houden de zaak levend. Activisten blijven schreeuwen, zelfs als de wereld niet luistert.
Wat kunnen we doen? Ten eerste, druk uitoefenen op onze eigen regering om harder op te treden – sancties, importverboden, diplomatieke veroordelingen. Ten tweede, China’s narratief uitdagen. Beijing’s propaganda is krachtig, maar niet onfeilbaar. Ten slotte, bewust consumeren. De ketens van dwangarbeid raken ook ons – het is tijd om die te breken.
De Oeigoerse crisis is geen ver-van-mijn-bed-show. Het is een test voor onze principes in een wereld waar economie en macht vaak winnen van rechtvaardigheid. Thailand’s besluit van eind februari 2025 is een wake-upcall. De vraag is: zullen we eindelijk wakker worden?